-
1 draw conclusions
conclusies trekken -
2 draw inferences
conclusies trekken -
3 drawing conclusions
conclusies trekken -
4 jump to conclusions
te snel conclusies trekken (niet altijd gebaseerd)jump to conclusions -
5 come to/draw/reach conclusions
come to/draw/reach conclusions -
6 conclusion
n. (de) conclusie; beëindiging; een contract tekenen[ kənkloe:zjn]1 besluit ⇒ beëindiging, slot2 sluiting ⇒ totstandkoming, regeling3 conclusie ⇒ slotsom, gevolgtrekking♦voorbeelden:1 the conclusion of a book • het slot/de ontknoping van een boekin conclusion • samenvattend, tot besluita foregone conclusion • een bij voorbaat uitgemaakte zaakjump to conclusions/to a conclusion • overhaaste gevolgtrekkingen maken, zich een overhaast oordeel vormen -
7 generalize from something
generalize from something -
8 generalize
-
9 jump
n. sprong; aanloop; huppel; spronglengte; korte reis; plotseling opschrikken--------v. springen; opschrikken; aanloop nemen; huppelen; even wegbrengen; weggaan, vluchten; met kracht pakken; eruit latenjump1[ dzjump] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:by jumps • sprongsgewijze————————jump23 opspringen ⇒ opschrikken, een schok krijgen♦voorbeelden:he jumped at him • hij sprong op hem toejump for joy • opspringen/dansen van vreugdejump to one's feet • opspringen→ jump off jump off/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:jump rope • touwtje springen -
10 put together
-
11 put two and two together
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский